Lei-Appel (Malus domestica ‘Zoete Ermgaard’)

Lei-Appel (Malus domestica 'Zoete Ermgaard') produceert vruchten van uitstekende kwaliteit die geschikt zijn als handappel en als kookappel. De vruchten worden de eerste helft van oktober geplukt en kunnen worden bewaard tot januari. Helaas zijn de vruchten van Zoete Ermgaard nauwelijks verkrijgbaar: het ras is voor tuinders niet rendabel. Om deze reden is het voor liefhebbers van zoete vruchten verstandig zelf een boom in de tuin te planten. De Lei-Appel (Malus domestica 'Zoete Ermgaard') heeft een groeiplaats in de zon nodig. Door een goede onderstam kiezen is een aanpassing mogelijk aan de grond. De eerste bovenlaag van 50 cm van de grond is het belangrijkst omdat zich daar de meeste wortels bevinden. Ondiepe grond is niet geschikt. Extreem lichte, zware of natte grond is nadelig. Natte grond verhoogt de gevoeligheid voor vruchtboomkanker. Groeiplaatsen met veel late vorst zijn niet aan te bevelen. De hoogste eisen stelt de appel aan een regelmatige waterverzorging, vooral tussen mei en augustus. Te veel water veroorzaakt een te uitbundige twijg vorming en verlate bladval, waardoor er in de winter een verhoogd vorstgevaar ontstaat.