Dryas suendermannii (Zilverkruid) de herkomst: Een bastaard die in 1910 in Lindau (Duitsland) is ontstaan. Groeivorm: Een laag, liggend struikje met wortelende twijgen. Hoogte: 10-15 cm. Blad: Grijzig groen ovaal en gekarteld blad. Bloemen: Witte bloemen op korte steeltjes. Groeiplaats: In vrij droge, wat schrale grond: in volle zon tot halfschaduw. Toepassing: Zowel als rotsplant en als borderplant in kleine tuinen. Verder is het een prima bodembedekker die ook in bloembakken en troggen prima groeit. Tijdens vorst afdekken. Als de bloemen zijn uitgebloeid volgen zeer opvallende, fraaie zaadpluimen. Vermeerderen door stekken, delen en zaaien in de winter.
Bekend kruipplantje uit de Alpen. Voor een doorlatende, enigzins vochtige grond. Kalkminnend.