Lei-Appel (Malus domestica 'Jonathan') is een oude Nederlandse handappel met een karakteristiek aroma. Het is een zelfbestuivende boom en de 'voorganger' van de 'Jonagold'. De Jonathan is echter voor veel liefhebbers onvervangbaar door de lekkere smaak. De pluktijd is oktober en de appels kunnen lang worden bewaard.
Het leirek is 90cm breed en 90cm hoog. De hoogte waarop het leirek begint is 60-80cm bij de laagstam, 120cm voor de halfstam en 200cm voor de hoogstam.
Matige groei met veel hangend hout. Tamelijke vroege bloeier,goed stuifmeel, Vroege, regelmatige en goede productiviteit. Tamelijk klein, regelmatig gevormd, geel met fraaie effen rode blos. Vruchtvlees nogal vast, lichtzuur, matige handappel. Zeer vatbaar voor meeldauw. Wordt bevrucht door: Alkmene, Cox's Orange Pippin, Discovery, Elstar, Golden Delicious, James Grieve, Lombarts Calville, Melrose, Winston, Reine des Reinettes. De appel heeft een groeiplaats in de zon nodig. Door een goede onderstam kiezen is een aanpassing mogelijk aan de grond. De eerste bovenlaag van 50 cm van de grond is het belangrijkst omdat zich daar de meeste wortels bevinden. Ondiepe grond is niet geschikt. Extreem lichte, zware of natte grond is nadelig. Natte grond verhoogt de gevoeligheid voor vruchtboomkanker. Groeiplaatsen met veel late vorst zijn niet aan te bevelen. De hoogste eisen stelt de appel aan een regelmatige waterverzorging, vooral tussen mei en augustus. Te veel water veroorzaakt een te uitbundige twijg vorming en verlate bladval, waardoor er in de winter een verhoogd vorstgevaar ontstaat.