Atlasceder (Cedrus libani 'Glauca'), dit is de blauwe Cedersoort. Deze cedersoort wordt bij ons meestal als decoratieve blauwe vorm (Glauca), in parken en tuinen aangeplant. Hij heeft een losse vorm die eerst breed kegelvormig, later onregelmatig breed wordt. De top staat altijd rechtop. De naalden zijn alleenstaand op de lange loten, en staan in bosjes op de korte loten. Ze zijn stijf, spits en blauwgroen tot zilvergrijs. De mannelijke bloemen zijn eenhuizig en rechtopstaand op de kortere loten, soms geelachtig of een beetje roze. De vrouwelijke bloemen zijn lange lichtgroene of roze kegeltjes. De tonvormige, lichtbruine kegels staan rechtop en zijn pas in het 3e jaar rijp. Fors uitgroeiende conifeer met een breed piramidale kroon. Hoogte 10 - 12 m en een vrij open vertakking. Korte blauwgrijze naalden in bundels. In herfst opstaande kegels. Eerst groen, later bruin. Zonnige standplaats.